Wat is hartfalen?
Je spreekt van hartfalen als het hart niet meer in staat is om voldoende bloed door het lichaam te pompen doordat de pompfunctie van het hart is verminderd. Dit kan verschillende oorzaken hebben. De pompfunctie wordt uitgedrukt in een percentage en is het volume aan bloed dat het hart uitpomp t.o.v. het totale volume in (de linkerkamer van) het hart. Dit is de zogenaamde ejectiefractie van de linker hartkamer (LVEF). Bij gezonde mensen ligt deze tussen de 60 en 70%. Bij mensen met hartfalen is dit percentage sterk verminderd en in ieder geval onder de 50%. Omdat het hart minder bloed door het lichaam pompt kunnen hartfalenpatiënten allerlei problemen krijgen.
Het grootste probleem is dat alle organen minder zuurstof krijgen. Het lichaam zorgt ervoor dat de vitale organen zoals de hersenen wel zoveel mogelijk zuurstof krijgen, maar minder vitale organen zoals spieren krijgen al snel te weinig zuurstof, waardoor hartfalen patiënten altijd moe zijn en inspanning gauw teveel is.
Daarnaast hebben veel patiënten last van het vasthouden van vocht, met name in benen en enkels, en van kortademigheid en problemen met slapen. Verder komen gewichttoename en weinig eetlust, koude handen en voeten, prikkelhoest, vergeetachtigheid en concentratieproblemen voor. Dit is allemaal direct of indirect het gevolg van een minder goed pompend hart en slechte doorbloeding.
De meest ernstige bijwerkingen die vaak pas na lange tijd optreden zijn hartritmestoornissen, waardoor het hart stil kan komen te staan, en vocht in de longen.
Er zijn verschillende manieren om de ernst van hartfalen te classificeren. Veel artsen delen de ernst van hartfalen in volgens de indeling van de New York Heart Association (NYHA).
Klasse I
geen klachten
Klasse II klachten
tijdens flinke inspanning
Klasse III klachten bij matige
inspanning (traplopen, stofzuigen)
Klasse IV klachten in rust of bij
lichte inspanning
Andere indelingen zijn gebaseerd op de ejectiefractie (oftewel de pompfunctie) van het hart al of niet in combinatie met inspanningsklachten. Ook voor chemotherapiegeïnduceerd hartfalen bestaan verschillende indelingen waaronder het veel gebruikte maar verwarrende "Common Terminology Criteria for Adverse Events" (CTCEA) version 4.0. Hierbij kan je op basis van de daling in ejectiefractie, disfunctie van je linkerhartkamer en inspanningsklachten in verschillende categorieën ingedeeld worden. R.M. Witteles et.al1) raden een nieuwe indeling aan:
Graad 1
abnormale troponine en/of BNP, maar geen symptomen.
Graad 2 afname LVEF
10-19%, zonder symptomen.
Graad 3 afname LVEF >
20 % naar een waarde onder 55%, zonder symptomen.
Graad 4 afname
LVEF > 20 %, met symptomen van hartfalen.
1) Ronald M. Witteles, Michael B. Fowler, and Melina L. Telli, "Chemotherapy-Associated Cardiotoxity: How Often Does it Really Occur and How Can it Be Prevented?"